Aantal personen: 4

Bereidingstijd:

Ingrediënten

8 kleine struikjes witlof
6-8 bolletjes gember op siroop
3 eetl van de gembersiroop
100 gr boter
sap van 1 citroen
versgemalen peper
zout
1 eetl gehakte rozemarijn (vers of diepvries) of 1 theel gedroogde rozemarijnblaadjes
450 gr voorgekookte krieltjes
400 gr beenham, in iets dikkere plakken gesneden

Bereiden

Snijd de gewassen witlofstruikjes in de lengte doormidden. Verdeel de gemberbolletjes in vieren.
Smelt de boter in een ruime koekenpan of hapjespan. Leg de witlof in de pan, wentel ze door de boter en leg ze met de platte kant op de panbodem.
Sprenkel gembersiroop en citroensap erover en voeg peper en zout toe. Smoor ze zachtjes met de deksel op de pan 20 minuten.
Voeg na 15 minuten de rozemarijn en de gemberstukjes toe.
Bak de krieltjes intussen in de rest van de boter. Schep ze uit de pan en houd ze even warm.
Bak de plakken beenham licht in het bakvet van de aardappels. Serveer ze bij de witlofschotel met de krieltjes. Bron/inzender: